MRS. DOPPELGÄNGER Episode 3 – “Mrs. Hypnos & Mrs. Thanatos”
INT. PALEIS. AVOND
We bevinden ons midden in het Paleis. Je zou hierbij evengoed kunnen denken aan een grot, doordat het somber van kleur is ingericht. De zon kan er niet binnen schijnen en er is enkel een wazig schemerlicht te zien. Hierdoor ontstaat er een verstikkende en bevreemdende sfeer. (De Grieken zijn zeer plezierige en hartelijke mensen, die weten wat gastvrijheid is.) Er is hier geen telefoon en er klinkt ook geen muziek. Het enige dat we horen is het slaapverwekkende geluid van de ruisende rivier, die dwars door het paleis stroomt. Er staat een bed in donker ebbenhout, waarop enkele goed geklede manspersonen te zien zijn met verzwaarde oogleden. Hieruit zou de indruk kunnen ontstaan dat zij verdoofd zijn en langzaam wegkwijnen. Maar je weet dit niet zeker. Op de achtergrond is een boeket bedwelmende papavers te zien. Een mist (of is het sigarettenrook?) komt opzetten. Hieruit zien we triomfantelijk twee vrouwen tevoorschijn schieten, van wie de levendige en bijna meisjesachtige stemmen, de gedwongen onbeweeglijkheid van de andere acteurs benadrukken. Het groepje van twee is helemaal opgetut en gekleed in het zwart, om zo hun nachtelijke escapades te accentueren.
T. Mijn God, hoe laat is het wel
niet?
S.
Bijna half vijf.
T.
Wat is dit voor een
onchristelijk tijdstip? Liggen
ze hier nou nog steeds?
S.
Verbaast me niets. Zodra het
blauwe uurtje begint, komt de
slaap.
T.
Wat doen ze nog hier? Zal ik
gewoon een taxi bestellen?
S.
Kijk eens om je heen.
Dit is het paradijs. Hier gaan
ze niet meer weg.
T.
Waar halen ze het lef vandaan?
Wat zijn ze in vredesnaam aan
het doen?
S.
Wat alle mannen doen als ze het
niet meer aankunnen. Verslappen.
T.
En ze hadden nog wel zo’n
onvoorstelbare energie over
zich.
S.
Ja, ze waren zelfs een beetje
overenthousiast, als je het
mij vraagt. Er is niet veel
van over.
T.
Ik kan koffie zetten?
S.
Nee, zeer zeker niet! Wie weet
welke verschrikkingen we
daarmee wakker schudden.
T.
Verdomme, waar wachten we nog
op? We moeten ze de deur
uitgooien. En wel nu meteen.
S.
Maak je niet druk. Het eind is
in zicht. Ik heb het onder
controle.
T.
Uitstekend. Alleen schijnt het
niet te werken. Daar hoest al
iemand. Wat zat erin? Opium?
S.
Geef het nog wat tijd. Het zijn
maar mannen. Je weet wat ze
zijn. Allemaal hetzelfde.
T.
Goed dan. Jij wint. Een half
uur. Langer ga ik echt niet
wachten. Ze betalen nergens
voor.
S.
Ik weet het.
T.
Wat valt er te lachen dan?
S.
Ze zien er grappig uit. Kijk dan.
Wat kunnen we anders doen dan
lachen?
T.
Ja, mijn mond scheurt bijna. Ze
zijn waarschijnlijk al
begonnen te sterven. Ik schenk
alvast een slaapmutsje voor
ons in.