MRS. DOPPELGÄNGER Episode 1 – “Mrs. Jekyll & Mrs. Hyde”
INT. ATELIER. DAG
We zien een ruimte wat een schilderatelier lijkt te zijn. Meerdere schilderdoeken staan langs de muren. Er is hier geen enkele mannelijke gestalte of invloed te bekennen (die toch niemand waardeert) wel in plaats daarvan schedels en geweldige mensen. De lange houten werktafel is overladen met verftubes, penselen en schetsboeken. De verfspetters vliegen in het rond. Het maakt natuurlijk niet uit waar ze terechtkomen. (Op tafel? Achter de schermen? buiten het filmdoek bij de kijker in het haar?) Het belangrijkste is dat we begrijpen dat hier meerdere malen per week wordt gewerkt aan kunstwerken. Er liggen lege flessen (wat voor flessen, geen waterflessen) op de grond. Er zijn geen glazen in deze kamer. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat er rechtstreeks uit de flessen is gedronken. Let op, het is dag. Er is geen deur open en dichtgegaan. We zien twee vrouwenlichamen als een schaduw elkaar naderen. De kijker moet het gevoel krijgen, dat er niet veel tijd is verstreken sinds zij elkaar hebben gezien. Er zou zelfs de gedachte op kunnen komen, dat ze nooit gescheiden van elkaar zijn geweest. De camera richt zich nu zonder ophouden op de schildersezel, te midden van de kamer. We zien het portret dat zij zien. Het muzieknummer ‘Evil Night together’ van Jill Tracy (de wereldbekende zangeres die de kijker geheid niet kent) begeleid deze onthullende scène.
S.
Wanneer heb je dat
geschilderd?
T.
Vannacht, meteen toen ik
thuiskwam.
S.
Ik zal me moeten wreken. Ik
zal een verdorven vrouw
beschrijven en men zal jou herkennen.
T.
Ik wist toch niet dat, als ik
een portret van mezelf
schilderde jouw gezicht zou
worden onthuld?
S.
Eerlijk gezegd voel ik me
belazerd.
T.
Ik heb me nog behoorlijk
ingehouden met de grijze en
blauwe kleuren. Misschien is
het nog niet af.
S.
Ik ben de eerste dochter, dus
dan moet jij de tweede zijn.
T.
Wat wil je daarmee zeggen?
S.
Van alles kan maar één
exemplaar zijn. Een kopie van
het origineel is geheid het
werk van de duivel.
T.
Ik weet wat ze zeggen over
duplicaten.
S.
Je zult het opnieuw moeten
schilderen.
T.
Ik vergeet weleens wie van de
twee ik ben.
S.
Je moet een beslissing maken.
T.
Waarover dan wel precies?
S.
Of je de boosaardige helft
wilt zijn of gewoon een
speelkameraad.
T.
Ik weet het niet. Je doet zo
verdomd moeilijk. Ik kan er nu
niet helder over nadenken.
S.
Het ergste is het feit dat je
bezopen bent.
T.
Wat als je het verkeerd hebt?
S.
Ik kan het niet zomaar negeren
wat ik hier heb aangetroffen.
Nou wat wordt het?
T.
Ik bedoel, zie je niet ook
iets dubbelzinnigs in het
schilderij?
S.
We kunnen samen zowel het één
als het ander zijn. Bedoel je
dat?
T.
Ja, precies. We zijn alles
tegelijk.
S.
Ik zie ons al voor me, hangend
in een museum.
T.
Met jouw woorden eronder.
S.
Iemand nog champagne?